Afgelopen woensdag maakte ik deze Italiaanse variant van Coq au Vin. Weer eens wat anders en als bijgerecht een lekkere puree van knolselderij. Het recept komt uit het boek "Twaalf" een jaar uit de Toscaanse keuken. Zoals gewoonlijk heb ik wel het een en ander toegevoegd.
Voor 3/4 personen
Chianti kip
3 kippenbouten gehalveerd
3 el olijfolie
1 ui fijn gesneden
2 teentjes knoflook fijn gehakt
1 wortel fijn gesneden
1 stengel bleekselderij
fijn gesneden
3 laurierbladeren
2 verse pepertjes fijn gesneden (evt)
1 fles rode Chianti
80 gram geroosterde pijnboompitjes
60 gram rozijnen
8 salieblaadjes fijn gesneden
Puree van knolselderij
700 gram schoongemaakte knolselderij
300 gram kruimige aardappels
1 bouillonblokje
50 gram roomboter
verse nootmuskaat
peper & zout
Spoel de kip af en dep deze droog. Verhit de olijfolie in een braadpan en bak de kip rondom aan. Voeg ui, knoflook, wortel, bleekselderij, pepertjes en laurier toe en bak even mee. Schenk de wijn erbij en voeg de rozijnen toe met wat zout en vers gemalen peper.
Laat de kip deels afgedekt een uur zachtjes sudderen haal daarna het deksel eraf en laat nog 20 minuten zachtjes inkoken. Voeg dan de pijnboompitten toe en zo nodig wat water zodat je voldoende saus hebt en laat nog 10 minuten sudderen. Strooi op het laatst de salie over de kip.
Maak ondertussen de puree van knolselderij. Snij de selderij en de aardappelen in gelijke stukken en kook deze ongeveer 20 minuten met het bouillonblokje. Giet af, bewaar wat van het kookvocht en voeg de boter toe. Gebruik het kookvocht en een stamper en/of staafmixer om een gladde puree te maken. Breng op smaak met de nootmuskaat, peper en zout.
Schep de puree in een diep bord en schep hier een stuk kip op. Schep er wat van de saus over en een scheutje goede olijfolie. Smakelijk!
In Ambacht zit een geweldige slager, Willem Boon, die ook Bavette verkoopt. Prachtig stuk vlees met onwijs veel smaak daar kan een haasbiefstukje niet tegenop. Koop voor 2 personen 1 stukje Bavette van ongeveer 250 gram en bak deze rondom 9 minuutjes op een matig vuur. Goed laten rusten en genieten maar. Bij dit heerlijke vlees heb ik gekarameliseerde witlof, puree van bataat (zie vorige blogbericht) en een sjalottenjus gemaakt. Hieronder het recept uit de volkskrant maar dan wel weer naar mijn smaak aangepast. De foto is gemaakt toen ik de jus gebruikte bij de braadworsten voor de stamppot in mijn vorige bericht.
Ingrediënten;
10 sjalotten, schoongemaakt
2 teentjes knoflook, schoongemaakt
1 gedroogd pepertje, gehakt
2 verse laurierblaadjes
125 gram roomboter
1 el rietsuiker
witte wijn
Laat de boter smelten in een steel- of sauspan, en strooi de suiker erover. Bak de hele sjalotten rondom aan, doe er net zoveel wijn bij
totdat de ze onder staan, voeg de knoflook laurier en het pepertje toe met zout en peper. Laat een uur
zachtjes pruttelen, zonder deksel, zodat de saus een beetje inkookt.
Op dit moment ben ik een beetje bezig met superfoods en daar hoort ook de bataat, zoete aardappel, bij. Een portie zoete aardappelen bevat meer dan de helft van de aanbevolen
dagelijkse hoeveelheid vitamine C. Daarnaast is hij rijk aan de
mineralen calcium, foliumzuur, kalium en beta caroteen. Dit laatste wordt
in je lichaam omgezet in vitamine A. Dit is een antioxidant die onder
andere je huid beschermd. Tot zover het waarom en nu over tot de hoe. Er zijn veel manieren om deze kanjer te bereiden maar ik heb gekozen voor een stamppotje.
Ingrediënten;
3 stronkjes witlof
500 gram bataat
200 gram aardappel
1 bouillonblokje
2 el goede olijfolie
50 roomboter
peper & zout
Schil de bataat en de aardappel snij deze in gelijke stukken. Spoel ze af en zet ze voor de helft onder in koud water met een bouillonblokje. Kook tot je er makkelijk in kan prikken met een vork, giet af en bewaar het kookvocht. Voeg de roomboter en olijfolie bij het aardappelmengsel en dek 5 minuten af. Maak de witlof schoon en snij deze in reepjes. Stamp de aardappelen en voeg het kookvocht toe tot het een smeuïg geheel is. Roer de witlof reepjes erdoor en breng op smaak met zout en peper. Zet de pan nog even 10 minuten in een oven op 130 graden om goed door te warmen.
Nu kun je dit ook zonder vlees eten maar ik heb er een braadworst van de keurslager bij gemaakt met een restje sjalottenjus (recept zie volgende blog).
Eindelijk tijd om een aantal recepten te plaatsen op mijn blog en een daarvan is deze. Ik heb al eens eerder getracht om makarons te maken maar dat is een lastig, ingewikkeld en tijdrovend klusje. Vanaf nu niet meer want in de bieb had ik het boek van Gino D'Acampo gehaald en daar stond dit geweldige recept in.
Ingrediënten;
boter om in te vetten
2 eiwitten
175 gram amandelmeel
225 gram fijne kristalsuiker
200 gram pure chocolade (70%)
Vet een bakplaat in met boter en verhit de heteluchtoven tot 180 graden. Meng amandelmeel met de suiker. Klop de eiwitten in een grote vetvrije kom tot stijf schuim en spatel rustig de amandel en suikermix erdoor. Bevochtig je handen, schep er steeds een eetlepel schuim op en vorm er met je handen een bolletje van en maak deze een beetje plat. Leg ze niet te dichtbij elkaar op de bakplaat. Bak de makarons in het midden van de oven in ongeveer 15-20 minuten goudbruin. Haal ze eruit en laat ze iets afkoelen. Smelt de chocolade in een schaaltje boven een pan met kokend water en pas op dat de bodem van het schaaltje niet het kokende water raakt, dan wordt de chocolade bitter.
Doop de onderkant van de makarons in de gesmolten chocola en laat ze met de chocolade kant boven drogen. Dit droog proces kan, als je grote trek hebt, ook in de koelkast. Heerlijk met een espresso en een likeurtje na een uitgebreide maaltijd maar ook als tussendoortje.
